Logo Contactlensinside
ContactlensInside -

Myopie Progressie (Deel 5)

Inside myopie


Inleiding

Myopie progressie en het daaraan gekoppelde risico op onherstelbaar visusverlies op latere leeftijd is een actueel thema binnen de (oog-) gezondheidszorg. De afgelopen jaren is veel onderzoek naar myopie gedaan waardoor inmiddels veel bekend is over de oorzaken, het verloop van de progressie en de (effectiviteit van) mogelijke behandelopties. Waar veel minder over bekend is, is de beleving van ouders ten aanzien van myopie behandeling voor hun kinderen. Om die reden heb ik hier, in samenwerking met Cardiff University en de Hogeschool Utrecht, onderzoek naar gedaan. Centraal stond de vraag wat voor ouders faciliterende en beperkende factoren zijn waardoor ze besluiten om al dan niet over te gaan tot een myopie remmende behandeling voor hun kind. 

In het vorige artikel heb ik de vraag in hoeverre ouders bekend zijn met de problematiek rondom de toenemende myopie besproken. Deze keer wil in ingaan op de ervaringen die ouders hebben gehad met (oog-) zorgverleners op het moment dat ze deze bezochten vanwege hun zorgen omtrent het gezichtsvermogen of de ooggezondheid van hun kind.  

Onderzoeksmethode

Begin 2023 is een online, kwantitatief onderzoek uitgevoerd onder ouders van basisschoolkinderen in de gemeente Zwolle. In totaal hebben 26 basisscholen aan het onderzoek meegedaan. Daarnaast heeft een aantal ouders de vragenlijst op eigen initiatief ingevuld. De ouders is, naast diverse andere onderwerpen, gevraagd naar hun ervaringen met (oog-) zorgverleners. Voor de analyse van de data is beschrijvende (descriptieve) statistiek gebruikt.

Resultaten

In totaal hebben 135 ouders de vragenlijst ingevuld. Alle ouders is gevraagd welke zorgverlener ze ooit bezochten vanwege zorgen over de ooggezondheid of het gezichtsvermogen van hun kind. Het totale aantal bezoeken was 172, dit impliceert dat 37 ouders meer dan één zorgverlener bezochten. Ouders meldden 43 bezoeken aan een oogarts (25,0%), 37 bezoeken aan de GGD (21,5%) en 25 bezoeken aan hun huisarts (14,5%). De optometrist, orthoptist en opticien werden elk 22 keer bezocht (12,8% elk). De contactlensspecialist werd slechts één keer bezocht (0,6%).

Zorgen over het gezichtsvermogen werd het vaakst genoemd als reden voor een bezoek. Dit was de reden voor ten minste 60% van de bezoeken aan de meeste zorgverleners. De enige zorgverlener die afweek van deze trend was de GGD, die het vaakst werd bezocht voor een algemeen oogonderzoek (73% van de bezoeken). Van alle ouders gaven er 37 aan meer dan één reden te hebben om een zorgverlener te bezoeken. Figuur 1 toont de frequenties per gemelde bezoekreden per zorgverlener.
Figuur 1. Frequenties per gemelde bezoekreden per zorgverlener (n=172 antwoorden van n=135 ouders)

De huisarts en de GGD werden het vaakst bezocht op eigen initiatief van de ouders (respectievelijk 60,0% en 73,0% van de bezoeken). De oogarts, optometrist en orthoptist werden het vaakst bezocht omdat dit werd geadviseerd door een andere zorgverlener (respectievelijk 67,4%, 59,1% en 77,3%). De opticien werd in 40,9% van de gevallen op eigen initiatief bezocht en in 40,5% van de gevallen op advies van een andere zorgverlener. Van alle ouders gaven er 27 meer dan één antwoord over de gemaakte bezoeken. Figuur 2 laat per zorgverlener het aantal bezoeken zien en tevens op wiens initiatief dit bezoek tot stand is genomen.
Figuur 2. Initiatief of advies voor een bezoek per zorgverlener (n=162 antwoorden van n=135 ouders)

Ouders is gevraagd welke testen ze dachten dat de zorgverlener had uitgevoerd. Volgens hen was de  meest uitgevoerde test door de huisarts en de GGD het beoordelen van het gezichtsvermogen.  (respectievelijk in 48,0% en 57,1% van de gevallen). De opticien voerde het vaakst een automatische refractie uit (in 43,5% van de gevallen). Van alle procedures voerden oogartsen, optometristen en orthoptisten het vaakst een cycloplegische refractie uit (21,0% voor elk van deze zorgverleners). In totaal zijn 446 antwoorden over uitgevoerde testen gegeven. Figuur 3 toont de procentuele verdeling van de uitgevoerde testen per zorgverlener.

Figuur 3. Procentuele verdeling van uitgevoerde testen per zorgverlener (n=446 antwoorden van n=135 ouders)

Ouders is gevraagd in welke mate ze tevreden waren over de bezochte zorgverlener(s). In totaal hebben 85 ouders deze vraag beantwoord. Over het algemeen waren ze tevreden; alle zorgverleners scoorden meer dan 2 op een schaal van 0 tot 4. De oogartsen kregen de hoogste score (3,13), de contactlensspecialisten kregen de laagste score (2,29). Ouders waren relatief vaak ‘erg tevreden’ over de oogartsen, optometristen en orthoptisten (respectievelijk 37,0%, 31,3% en 31,3%). Het aantal keren dat de ouders ‘erg tevreden’ waren over de huisarts en GGD was duidelijk lager (respectievelijk 6,8% en 4,7%). Tabel 1 laat het gemiddelde en de procentuele verdeling van de tevredenheidsscores per zorgverlener zien.
Tabel 1. Gemiddelde en procentuele verdeling van tevredenheidsscores per zorgverlener (n=85 antwoorden van 135 ouders)

* Het resultaat voor de contactlensspecialist is vertekend omdat het feitelijk gebaseerd is op 1 ouder. De 12 ouders die ‘neutraal’ hebben ingevuld deden dit waarschijnlijk juist omdat ze de specialist niet hadden bezocht. Zij hadden daarom beter niets in kunnen vullen.

Conclusie

Uit het onderzoek blijkt dat de huisarts en de GGD de belangrijkste instanties zijn waar ouders zich op eigen initiatief melden wanneer zij zich zorgen maken over het gezichtsvermogen of de ooggezondheid van hun kind. Om deze reden zijn zij dan ook belangrijke poortwachters voor het signaleren van myopie problematiek. Het blijkt dat deze rol op dit moment nog wat weinig actief wordt genomen. In het vorige artikel bleek al dat de 1e lijn het ten aanzien van het verstrekken van informatie over het myopie probleem minder goed doet dan de 2e lijn. Uit dit artikel blijkt dat zij bovendien voor hun rol een gemiddeld lagere waardering van de ouders krijgen. Dit alles geeft aan dat kennis en bewustwording de nodige aandacht behoeft. In dit verband zou, zoals in het vorige artikel ook al is aangegeven, gedacht kunnen worden aan het actief promoten van het belang van myopie controle bij huisartsen, GGD’s en wellicht ook basisscholen.  
 

Kernpunten in dit artikel
  • De huisarts en de GGD zijn belangrijke poortwachters voor het signaleren van myopie problematiek.
  • Deze rol wordt momenteel door hen nog weinig genomen en door ouders ook relatief laag gewaardeerd.
  • Actief promoten van het belang van myopie controle bij deze instanties is daarom belangrijk.

Henri Eek

Henri Eek is zijn carrière als opticien en contactlensspecialist begonnen in 1999. Van 2005 tot februari 2020 is hij als docent optiek en contactlenzen verbonden geweest aan het ROC Deltion College in Zwolle. Hij werkt momenteel als docent bij de Hogeschool Utrecht waar hij zich met name bezighoudt met het contactlensonderwijs en onderwijsontwikkeling. Daarnaast werkt hij als zelfstandig optometrist bij huisartsenpraktijk de Linde in Zwolle. Hij is tevens actief binnen IACLE (International Association of Contact Lens Educators). 

Meer van Henri Eek
Opslaan als PDF
Reacties op dit artikel

Er zijn nog geen reacties geplaatst op dit artikel.