Het thema van het NCC 2024 was ‘Future Generation’. Dat hebben we geweten. In diverse sessies kwam jong talent aan bod en kreeg – letterlijk – het podium. Een geweldige verbinding vond plaats in een geweldige ambiance. Dat sluit mooi aan bij deze ContactlensInside en de bijdragen die daarin geleverd worden. Een selectie.
Voorspel(len)
Bianca Schut, die een lezing op het NCC gaf en daarmee is meteen ook een van de meest populaire sprekers genoemd, gaat in deze ContactlensInside verder op de op het NCC ingeslagen weg: kun je met corneatopografie voorspellen wat de visuele winst is van een bepaald type lens?
Om dit nog breder te trekken. Corneatopografie gaat een bepalende factor zijn in het (beter) aanpassen van vormstabiele lenzen en ortho-k (en misschien zacht ook wel). Dat is zéker in het belang van contactlensdrager. Waarschijnlijk sluiten, technisch gezien, contactlenzen beter op het oculaire oppervlak aan dan ooit tevoren. Maar wat zegt dit over de rol van de aanpasser? In een sessie ‘Survival of the Fitting’ in het NCC-café gingen mensen uit de praktijk in gesprek met mensen uit de hoek van de research én met mensen van de industrie die lenzen fabriceren. Zeker die laatste categorie wordt nog wel eens vergeten als het gaat om vernieuwing in ons vakgebied (soms is het een beetje een 1-2tje tussen research & praktijk op congressen). Maar, we moeten het gezamenlijk doen!
Myopinie
‘Myopiemanagement is ook maar een mening’. Die stelling gaat inmiddels niet meer op hebben we wel gezien. Ook op het NCC. Myopie neemt toe, en ja, er zijn manieren om dat (enigszins) te remmen. Maar hoe, en vooral bij wie en dat is nog wel een moeilijke vraag. Zowel Anthoinette Jothmann als Henri Eek beschouwen dit onderwerp in hun respectievelijke bijdragen voor ContactlensInside. Anthoinette Jothmann kijkt naar een onderdeel van myopiemanagement wat in mijn visie (myopinie) altijd eerst moet komen: het 20/20/2 verhaal. Uit onderzoek van het Oogfonds blijkt dat slechts 33% van de ouders bekend is met de regel, en slechts 1 op de 10 ouders kan ook uitleggen wat het eigenlijk betekent. Werk aan de winkel dus, of eigenlijk werk ín de winkel dus. We moeten het gezamelijk doen.
Henri Eek gaf in de afgelopen december editie (2023-4) al een uitgebreide algemene introductie met betrekking tot het myopievraagstuk. Deze keer zal worden ingezoomd op mogelijke behandelopties, de situatie in Nederland en de gevolgen van myopieprogressie voor individuen en de samenleving als geheel. Hij kijkt óók naar economische en socio-economische aspecten. Het is een heel breed spectrum immers. Opnieuw: we zullen het gezamenlijk moeten doen. Ook met ideeën en expertise van mensen buiten de oogzorg.
Met droge ogen
Dave Block haalt een goed punt aan: kunnen we ‘met droge ogen beweren’ dat een zachte contactlens en onze traanfilm de meest ideale combinatie is? Laten we zeggen dat contactlenzen de traanfilm kunnen verstoren en dat een goede balans daarbij een uitdaging is. Hij haalt een interessant fenomeen aan: Shear Stress. Dit houdt in dat een verhoogde frictie tussen de achterzijde van de contactlens en de cornea ontstaat, en tussen voorzijde contactlens en de tarsale conjunctiva van het ooglid. Shear Stress leidt primair tot verminderd comfort welke toeneemt in de loop van de dag. Vraag dus altijd naar comfort aan het begin maar zeker op het einde van de dag, volgens Dave. Shear Stress is waar te nemen door een onderzoek van de cornea op cellulair niveau, waarbij celschade aantoonbaar te maken is. Om Shear Stress zo veel mogelijk te voorkomen is het belangrijk de juiste contactlens bij een oog te zoeken. Het gaat dus om de combinatie van traanfilm, oculaire oppervlak, lenspassing en lensmateriaal (dus compatibiliteit). Uitsluitend als die combinatie goed is en die dus goed samenwerken is spraken van een optimaal geheel.
In datzelfde thema: Imke Jacobs vertelt over de sessie ‘Haal eruit wat erin zit’ door Harry Dickhoff, waarin de vraag werd gesteld aan de zaal hoeveel mensen aan droge ogen management doen. Alle stoelen waren bezet, dus er zouden ongeveer zo’n 100 man in de zaal hebben gezeten, waarvan uiteindelijk 7 personen hun hand opstaken bij het horen van de vraag. Een groep contactlensspecialisten die hun hand niet opstaken noemde redenen als: ‘’Wij hebben geen optometrist in dienst, daarom kunnen wij dit niet’’, ‘’Wij zijn contactlensspecialist, alleen een optometrist kan dit’’, ‘’Er is geen verdienmodel’’ en ‘’Ik mag toch geen Meibomkliertjes uitdrukken?’’. Volgens Imke ligt hier een hele mooie kans. Als je geen ervaring met droge ogen onderzoek hebt, durf dan om hulp te vragen. Vraag eens na bij je contactlensleverancier of zij droge ogen trainingen op locatie bieden. Imke is van mening dat een contactlensspecialist een gedegen droge ogen onderzoek moet kunnen uitvoeren zonder allerlei hightech-apparatuur. Dus alleen met een spleetlamp, wattenstokjes en kleurstoffen. Een optometrist is in eerste instantie niet nodig. Hiermee voorkom je een hoop drop-outs (lees: dit is je verdienmodel) en je krijgt een hoop blije klanten ervoor voor terug (lees: dit is je verdienmodel). Imke biedt zelfs aan te helpen indien gewenst. Wat een ontzettend mooi idee Imke.
Samenwerking ten top.
Podcast
Zie www.netherlens.com of scan de QR-code om de Podcast-serie ‘‘In Cóntact” te beluisteren, waarmee we in contact komen met spelers van het eerst uur of nazaten daarvan. Het wordt hoog tijd om die historie in beeld te brengen, met de exclusieve support van de ANVC. In de laatste drie episodes volgen we de komst van de zachte contactlens en hoe die in Nederland werd geïntroduceerd en werd ontvangen met Rob Rosenbrand (episode #9) en Marco van Beusekom (episode#10). We kijken ook naar het ontstaan van het NCC en de invloed op de markt met laatstgenoemde, maar ook met programmadirecteur van het laatste NCC, Jeroen Mulder (episode #11).
Er zijn nog geen reacties geplaatst op dit artikel.